Wespenonveiligheidsgevoel
Dit weekend, meerbepaald zaterdagvoormiddag rond 9.50 werd ik op zeer laffe wijze aangevallen door een wesp. Een wesp. Hier in huis. In november.
Dat deed lelijk veel pijn! Echt! Doordrongen van paniek en met de vinger met wespensteek onder de kraan riep ik tegen mijn jongste zoon: ‘Wannes! Ga papa halen! Het is echt heel dringend en erg!’ (Dat van dringend en erg moest ik er wel bijzeggen want toegegeven, ik ben al wel voor minder in totale paniek geweest.)
Mijn man komt iets te rustig in de keuken aan waar ik intussen sta te janken van de pijn, wijl ik aan mijn trouwring trek die duidelijk volledig vast zit.
‘Pas op,’ roep ik tegen mijn man, ‘die wesp kan overal liggen.’ Dus hij op jacht. En stoer vermoordde hij de dader van het mij aangedane leed.
Als het op dat moment nog 1980 zou zijn geweest, was mijn man wellicht meteen op zoek gegaan naar de angel, zoals ik vroeg, maar helaas is het 2016 en ging hij doodleuk op zijn gsm dingen opzoeken over wespen. Zodus weet ik nu dat de wesp in kwestie een hoornaar was, vespa crabro zo u wil. Een grote wesp. Haar steek is niet gevaarlijk maar wel pijnlijker. Ze laat geen angel achter. De ‘plaats delict’ kan nadien zwellen en jeuken… Enfin. Nu zit ik hier dus met een kei dikke ringvinger en een wespenonveiligheidsgevoel, midden in de herfst. Ik ben echt wel fan van de natuur hoor, maar er zijn grenzen!